ankeopreis.reismee.nl

Thailand

Waauw! We lopen rond in Bangkok en kijken onze ogen uit. We kunnen hier daadwerkelijk weer de dingen kopen die we willen kopen, er zijn restaurants met Westers eten én er is kerstverlichting door de hele stad. Ik ben echt even in de zevende hemel beland, wat een luxe na Bangladesh! In onze eerste dagen lopen we veel over marktjes, zien we veel goud en Budha’s bij het Royal Palace en genieten we van het uitzicht over deze wereldstad onder het genot van een cocktail in de skybar.


Nadat we zijn geacclimatiseerd in deze toch wel wat luxere omgeving dan waar we de afgelopen maanden in zaten reizen we verder naar Kanchanaburi. In Kanchanaburi klimmen en klauteren we rond bij de Erawan Waterfalls en maken we een rit over The Death Railway langs de Hellfire pas. De death railway is een rails die is aangelegd door krijgsgevangen die onder de meest verschrikkelijke omstandigheden hebben moeten werken en waarbij meer dan 100.000 doden zijn gevallen. Na deze treinrit stappen we in het bootje bij de Floating Markets. Alle klanten en winkeltjes drijven in bootjes rond en zodra je ergens naar kijkt word je letterlijk door de verkopers aan de haak geslagen en kom je bijna niet meer onder een onderhandelingsprocedure uit.


Ondanks dat er hier en daar wat kerstlampjes te vinden zijn in Chiang Mai voelt het niet helemaal als kerst. De hele familie zit in Nederland, het zonnetje schijnt en de lekkere kerstchocolaatjes ontbreken. Wél heb ik een kerstmuts, heeft Remi voor een minikerstboom en wat cadeautjes gezorgd en sta ik, hoewel zonder papa, de hele dag in de keuken. Vandaag heb ik een kookcursus. We gaan naar de lokale markt om uitleg te krijgen over de groenten, kruiden en natuurlijk ook om inkopen te doen voor onze gerechten. En na een hele dag kokkerellen heb ik een aantal hele lekkere Thaise gerechten leren maken! Dus toch lekker eten deze kerst J.


Na een massage bij een bedrijfje dat ex-gedetineerden helpt weer een plek in de samenleving te krijgen en na nog een ontzettend lekker kerstdiner zijn we helemaal klaar voor onze jungletrekking. Na de lunch beginnen we aan onze wandeling naar het dorpje, een flinke klim waar ik onderweg mijn hoofd aan een bananentros stoot, meer jungle wordt het niet! We arriveren in een dorpje zonder elektriciteit, spelen weerwolven bij het kampvuur, genieten van de mooie sterrenhemel en overnachten in een bamboehutje, brrrrr! Op de tweede dag trekken we verder door de jungle, springen we over riviertjes en stenen met risico op natte voeten, balanceren we over boomstammen en genieten we van een duik in de veel te koude waterval. De gids heeft voor iedereen zelf stokjes gemaakt zodat we onze noodles opgerold in bamboebladeren niet met onze handen hoeven te eten! Nadat we de olifanten hebben gevoerd en een meisje door een olifant was geduwd met zijn slurf omdat hij jaloers was dat zijn vriendje een banaantje kreeg was het tijd om te gaan raften. Eerst een stukje white water rafting en daarne met zijn allen op een halfzinkend bamboevlot verder naar het eindpunt.


Yeay! New years eve in Bangkok! We proberen ons een weg te banen bij het veel te drukke Countdown podium. Na een tijdje geven we het op en besluiten we een klein stukje buiten de menigte op een trapje neer te ploffen. Gelukkig maar want niet veel later breekt er in het midden van de menigte een gevecht uit. Gelukkig is er veel politie en is het redelijk snel weer onder controle. 10… 9… 8… 7… 6… 5… 4… 3… 2… 1… !!!! Wauw !!! Het vuurwerk knalt de lucht in. Daar sta ik dan in Bangkok te genieten van alles wat er om me heen gebeurt. Happy New Year everyone! De laatste week in Thailand brengen we door op het eiland Ko Samui. Lekker genieten van zon, zee en strand, massages een tourtje naar Ko Tao om te snorkelen en genieten van het uitzicht over het drie eilanden punt. Daarna reizen we terug naar Bangkok om Thijs en Remi uit te zwaaien en vanuit daar weer verder te kunnen reizen naar Cambodja. We zijn precies op tijd weg om de rellen in Bangkok te ontwijken, gelukkig maar! Ondertussen zijn we veilig in Cambodja aangekomen, daarover later meer!

Bangladesh

Allereerst wil ik jullie allemaal bedanken voor de lieve en gezellige berichtjes. Leuk om te lezen en te horen dat jullie met mij mee lezen. Het is ondertussen een tijdje geleden dat ik iets heb geschreven en ik heb weer ontzettend veel indrukken opgedaan! Wat een bijzondere landen en wat een tegenstellingen tussen Bangladesh en Thailand. Ik vind het lastig om een land, zo bijzonder als Bangladesh, in woorden (en foto\'s) te vangen, maar ik heb een poging gedaan:


Daar staan we dan, nog maar tweehonderd meter verwijderd van het volgende avontuur: Bangladesh. Wanneer we ons visum aan willen gaan vragen worden we door verschillende mensen tegengehouden. De grenzen naar Bangladesh zitten de komende drie dagen dicht vanwege een staking en politieke omstandigheden. We besluiten toch maar zelf navraag te gaan doen bij de douane, een kop thee, een gesprek over de dijken in Nederland en ruim anderhalf uur verder horen we dat we Bangladesh toch vandaag in mogen. Na een uitgebreide ondervraging door de customs van Bangladesh om toch maar vierdubbel te checken dat we écht geen journalisten zijn hebben we dan toch eindelijk ons visum in handen!


De trein naar Khulna vertrekt over drie uur en we zitten al op het station te wachten want wie niet op tijd een kaartje heeft, heeft geen zitplek in deze antieke trein. Even rustig een boekje lezen terwijl we op de trein wachten zit er alleen niet in, want we zijn omringd door bijna zestig mensen die niets meer doen dan staren. Sommigen vragen waar we vandaan komen en bedanken ons uitgebreid of giechelend wanneer we hierop antwoorden. Wanneer het aantal starende mensen toe blijft nemen besluit een agent de mensen weg te sturen. Het gestaar gaat echter, hoewel van een paar meter afstand meer, gewoon door. Gelukkig, daar komt de trein aan.


Eenmaal in Khulna gaan we op jacht om een tocht door de Sundurbans te boeken. But we choose an inconvenient time. Enkele dagen geleden is het reisadvies voor Bangladesh veranderd: “Alle niet-essentiële reizen worden afgeraden” en we begrijpen steeds beter waarom. Hoewel ons niks naar is overkomen zijn er in de afgelopen dagen driehonderd mensen vermoord. Er zijn twee politieke partijen aan het vechten. Een leider van een van deze partijen heeft recentelijk de doodstraf gekregen en er zijn meerdere protesten gaande om deze man in leven te houden. Nadat een jongen ons heeft geholpen een zo’n protest te mijden nodigt hij ons uit voor een kopje thee bij hem thuis. We lopen met hem mee en krijgen de lekkerste melkthee met wentelteefjes speciaal voor ons gemaakt door zijn moeder.


Om 6:30 worden we gewekt door de ronkende motoren van onze boot. Vandaag gaan we het Sundurban gebied in. We varen over een brede rivier waar we onze eerste rivierdolfijn en krokodil missen. Tja.. Jorrin en ik zijn nog niet getraind in dieren spotten. Wanneer we bij het uiterste puntje van Bangladesh aankomen gaan we met twee gewapende mannen een stukje van het grootste mangrovebos ter wereld verkennen. Wij gaan op tijgerjacht…. En dit keer zijn we een klein beetje bang want we lopen door een gebied waar de Bengaalse tijger nog in het wild leeft. We flopperen door de klei en modder waardoor allebei onze slippers het begeven en we gaan dus op blote voeten verder. Flopperdeflop, flopperdeflop. ‘Helaas’, wederom geen tijger gevonden, maar dat is misschien maar goed ook wanneer je te voet op pad bent! Wel een verse tijgerpoot afdruk, telt dat ook een beetje?


Wanneer we bij de bussen komen om naar onze laatste bestemming in Bangladesh te gaan horen we dat alle bussen naar Dhaka geannuleerd zijn. Gelukkig blijkt er, zoals wel vaker in Bangladesh, dat je met wat aanhoudingsvermogen en geduld toch op je bestemming aan kunt komen. Met tickets op naam van Philip en Eesabelle stappen we iets later dan gepland toch in de bus naar Dhaka en arriveren we diezelfde avond in de hoofdstad. Zouden we hier dan de eerste toerist van heel Bangladesh tegen het lijf lopen? We volgen de toeristische high lights van de lonely planet om toch nog iets mee te krijgen van deze chaotische stad voordat we ons naar Thailand begeven. Echter hoe toeristischer het volgens de lonely planet zou moeten zijn, des te lokaler lijken we terecht te komen. We banen ons een weg over de veel te drukke fruit –en groente markt, langs het fort, door dit bijzondere land. Bangladesh: een land waar je negen banken af moet voordat je geld uit de muur krijgt, een land waar je na een aanrijding gewoon door kunt rijden zolang je auto het nog doet, een land waar een brug van negen boomstammetjes wordt gemaakt, een land waar de toeristen zeldzamer zijn dan de tijgers en bovenal een ontzettend arm land met een prachtige natuur en een hele vriendelijke en gastvrije bevolking.

Vele gezichten

Wij gaan op tijgerjacht, wij zijn niet bang. Vandaag gaan we in de jungle op zoek naar een van de veertig tijgers die ergens, verspreid over vele hectaren, rondlopen. Ondanks dat we weten dat 80% van de toeristen geen tijgers ziet, hebben we er zin in. We zijn allebei nog nooit in de jungle geweest en zijn misschien nog wel nieuwsgieriger naar de natuur dan naar de tijgers. Daarnaast zijn er ook krokodillen en driehonderd vogelsoorten waar we naar uit kunnen kijken. Na ongeveer drie kwartier rijden we over een soort savanne. Jorrin laat voorzichtig vallen dat we toch wel iets meer een ‘echte jungle’ hadden verwacht. ‘Don’t worry, we’ll get there’. En niet veel later rijden we inderdaad een ander natuurgebied in en voel ik me plotseling weer helemaal thuis. Het is net of we het prachtige bos van Knegsel inrijden. En ook de dieren die we zien laten ons niet vermoeden dat we in een jungle in India rondrijden. Een klein beetje teleurgesteld verlaten we ‘de jungle’ met een eindscore van 8 herten, 4 antilopen, 1 pauw en 2 uilen. Score!


Die middag gaan we met de chauffeur naar het fort. Om bij het fort te komen rijden we wederom een ‘junglearea’ in. Hoewel de jungle er met alle bruintinten uitziet alsof hij in sepia wordt weergegeven lijkt dit veel meer op een jungle dan het bos van vanochtend. We hobbelen met onze taxi over weggetjes die je bij voorkeur met een 4x4 jeep aflegt en als snel spotten we ook de krokodillen, verschillende vogelsoorten en een gek diertje waarvan ik niet eens wist dat het bestond. Eenmaal aangekomen bij het fort lopen we ook weer tussen massa’s aapjes. Gezellig!


Om 9:30 staan we klaar om te vertrekken naar één van de zeven wereldwonderen. Ik wil er niet te veel van verwachten, hoe bijzonder kan een gebouw zijn? Een autorit, wandeling en een aantal detectiepoortjes later staan we dan toch echt voor de poort waarachter de Taj Mahal schuil gaat. Jorrin en ik willen van nieuwsgierigheid bijna naar binnen rennen, maar onze gids heeft eerst nog een (iets te lang) introductiepraatje. Ongeduldig wachten we tot hij klaar is en we stappen door de poort waar we oog in oog staan met het eerste gebouw waar ik kippenvel van krijg. Een grafmonument voor een vrouw die is gestorven tijdens de bevaling van haar veertiende kind. Samen met de gids, die zijn geoefende praatjes steeds meer loslaat en steeds gezelliger wordt lopen we bij de Taj Mahal en maken we foto’s op plekjes die hij heeft afgekeken van professionele fotograven.


Na de bijzondere ervaring van de Taj Mahal lopen we door de mindere wijken van Agra. Vele straatverkopers, waaronder ook veel kinderen, komen naar ons toe. Voor het eerst leg ik de directe link tussen India en Slumdog Millionair. Een jongetje probeert ons sleutelhangers te verkopen. Zijn stem, het accent is exact zoals in de film. Ik kijk hem aan en zie dat zijn oog verminkt is. Ik hoop vurig dat dit hem niet is aangedaan om het zieliger te laten lijken om de verkoopcijfers daarmee te doen stijgen. Tegelijkertijd weet ik dat als dat bij dit jongetje niet het geval is, het zich ergens anders in India wel afspeelt. Dit is hun echte leven, vechten voor geld en eten.


Na ons eerste avontuur in de nachttrein arriveren we in Varanassi waar ons een overdosis Indiase cultuur wordt aangeboden. De rivier is heilig en vormt het middelpunt voor vele ontmoetingen, zoals uitgebreide wasceremonies, vliegergevechten en crematies. We kijken onze ogen uit en zeggen elke tien seconden ‘No, thank you’ wanneer ons weer een boottochtje, ansichtkaart of kunstwerkje wordt aangeboden. We zien koeien die in de rivier grondig geschrobd worden door hun eigenaar, worden vriendjes met een opdringerige straathond en lachen om de vele geitjes die met wat voor reden dan ook een t-shirtje aan hebben. Na deze bijzondere stad is het tijd om richting de grens van India te gaan om de oversteek naar Bangladesh te maken. Dit keer proberen we ons zelfstandig een weg door het Indiase station te banen. We zien koeien op het perron lopen en zwerfkinderen van de goederentrein springen. Het blijft een bijzonder land met vele gezichten.


India!

Een half uur eerder dan gepland landen we op het vliegveld van Delhi. Met ons bonnetje voor de taxi in de hand lopen we naar buiten. Meteen stappen we in de chaos die India heet. Terwijl wij braaf op zoek zijn naar taxi nummertje 38 is ons bonnetje al door drie verschillende mensen gepakt en bekeken en horen we overal om ons heen geschreeuw. We volgen ons bonnetje door de chaos dat ons via vele Indiers naar een taxi leidt. We herhalen de locatie: “Hotel Namaskar” en beide heren antwoorden met “yes madam”. Gelukkig, zitten we dan toch in de goede taxi….


              We rijden ons eerste stuk door India over een weg die weliswaar op een snelweg lijkt. Er zijn zelfs bewegwijzeringsborden! Dat zijn we uit Nepal al een tijdje niet meer gewend. Na ongeveer een half uur vraagt de taxi-chauffeur om het adres van het hotel. Uhh…. We herhalen de naam van het hotel en geven aan dat we ook een telefoonnummer hebben. De man reageert niet op het telefoonnummer en stapt drie keer uit om de weg te vragen.  De man heeft geen succes en we belanden bij een toeristenbureau waar we ons hotel mogen bellen. Jorrin gaat naar binnen en ik wacht in de taxi met al onze spullen. Het is ondertussen 22:00 geweest en de taxichauffeur heeft pas drie keer benadrukt dat dit  ’s avonds geen veilige buurt is. Ik hoop dus vurig dat Jorrin snel terug komt.


              Ik kijk voor de derde keer op mijn horloge en vraag me af wat er zo lang kan duren aan het krijgen van een adres. De chauffeur gebaart dat ik ook uit moet stappen en naar binnen moet gaan, hij wacht wel bij al onze spullen. Thanks, but no thanks! Na bijna een half uur zie ik Jorrin eindelijk opstaan. “Uh, Ank… Onze hotelkamer is niet meer beschikbaar”. Onze boeking blijkt te zijn vergeven aan andere wanhopige backpackers die vanwege het festival het dubbele voor onze kamer hebben neergeteld. De uiterst vriendelijke mensen van het toeristenbureau willen ons wel helpen om een ander hotel te vinden. De man telefoneert voor ons naar verschillende hotels en plotseling beginnen de kamers vanaf 10.000 roepie (€1 = Rs. 84) in plaats van de geboekte kamer voor 300 roepie. Waarom reizen we dan vannacht niet gewoon? En al vrij snel staat er een compleet reisschema op papier dat hij ons probeert te verkopen. Jorrin en ik besluiten ons onderbuikgevoel te volgen en weg te lopen uit dit ‘toeristenbureau’.


              Daar staan we dan om 22:30 met al onze spullen in een onbekende Indiase stad. Waar moeten we heen? Al snel komt er een man uit datzelfde bureautje naar ons toe lopen, hij runt zelf een familie guesthouse en kan ons voor 1500 roepie een kamer aanbieden. Nog steeds vertrouwen we er niks van, maar wat voor alternatieven hebben we? Er is nog een andere Italiaanse toerist die in hetzelfde hotel verblijft en aangeeft dat het verder prima is daar. We besluiten dan toch maar mee te gaan. Deze Italiaanse vrouw wijst de taxichauffeur de weg naar het guesthouse. Best knap door alle warrige straatjes, in het donker voor een toerist die ook pas enkele dagen in Delhi verblijft. En al snel hebben Jorrin en ik door dat ook zij deel is van het spelletje dat er met ons gespeeld wordt. Zodra we in het guesthouse aankomen doen we alle deuren en ramen op slot, leggen onze paspoorten, geld en telefoons onder ons kussen. We proberen te gaan slapen om hier morgenvroeg zo snel mogelijk te vertrekken!


              Na een onrustige nacht waarin we allebei nauwelijks hebben geslapen worden we wakker in een donker huis. We lopen naar de woonkamer waar de eigenaar achter een gordijntje ligt te snurken. We overwegen de optie om het geld op tafel te leggen en te vertrekken maar besluiten toch maar eerst met de lonely planet in bed te kruipen om een plan van aanpak te maken. Als snel lezen we dat wat ons gisteren gebeurd is een zeer veel voorkomende scam is. Nu weten we helemaal zeker dat we geen spoken zien en dat we deel uit maken van hun spelletje met onzekere toeristen in een onbekende stad. Wanneer we klaar staan om te gaan, is de eigenaar wakker geworden. We besluiten toch maar in te gaan op zijn aanbod voor ontbijt aangezien we gisteravond ook niet aan eten toe zijn gekomen. We liegen dat we heerlijk hebben geslapen en klaar zijn voor een nieuwe dag! Wanneer blijkt dat we terug moeten naar het ‘toeristenbureau’ om te betalen voor onze overnachting voel ik me gevangen. Het toeristenbureau is echter wel dicht in het centrum en dichtbij het station. Na een spoedoverleg met Jorrin besluiten we om hun spelletje nu maar in ons voordeel te gebruiken om weer op bekender terrein te komen.


              De mensen van het toeristenbureau helpen ons aan een riksja om naar het station te komen. Ze hebben ons pas enkele keren voor gek verklaard dat we echt zelfstandig een treinkaartje willen boeken, want dat is volgens hen volstrekt onmogelijk. Natuurlijk brengt deze riksja ons niet naar het daadwerkelijke treinstation maar naar een willekeurige plek langs het spoor waar we vanzelfsprekend geen treinkaartje kunnen kopen. Jorrin en ik zijn het spelletje nu helemaal beu.  De man in de riksja heeft onze achterdocht door en begint, zoals een echte weerwolf, zijn collega’s af te vallen. Hij gebruikt wat scheldwoorden om zijn verhaal extra kracht bij te zetten. Ze hebben deze troef alleen te laat gespeeld, wij vertrouwen helemaal niemand meer. Wanneer we dreigen om uit te stappen weet deze man de ticketcounter ineens wel te vinden. We rijden weer een volledig andere kant op en negeren 3 borden met ‘New Delhi railwaystation’.  We stoppen in een straat en de man wijst ons een gebouw aan waar we kaartjes kunnen kopen. En zo ‘begripvol’ als deze man is hoeven we de riksja niet te betalen want we zijn duidelijk moe en in de war. We hadden de straat echter al herkend en op weg naar het aangewezen gebouw lopen we wederom voorbij hetzelfde toeristenbureau. Natuurlijk staat de hoteleigenaar al buiten om ons op te vangen na deze teleurstellende ervaring dat we inderdaad zelf geen treinkaartje kunnen kopen. In een poging deze man te ontwijken begin ik de straat over te steken. Wanneer ik achterom kijk zie ik alleen dat Jorrin wel met hem staat te praten en ze komen al snel mijn kant op. Ik kan het niet meer aanhoren, de man verklaart ons wederom voor gek en is half aan het schreeuwen hoe dom we wel niet bezig zijn. En geloof het of niet, als je me boos genoeg hebt kan ik dat ook. In korte tijd maak ik de man heel erg duidelijk dat we nu zelf verder willen en als we zijn hulp nodig hebben we hem zelf wel opzoeken. Lichtelijk gepikeerd loopt de man weg en zijn wij van dit toeristenbureau af.


              Althans, dat dachten we…. Enkele minuten later dient hun laatste troef zich aan. Héél toevallig weet deze man precies wat ons net is overkomen en benadrukt hij hoe gevaarlijk deze buurt is. We versnellen onze pas, vertragen onze pas, stoppen zelfs even maar krijgen de man niet afgeschud totdat we een uitgebreid telefoongesprek faken en langere tijd op dezelfde plek stil blijven staan. We besluiten een willekeurige riksja aan te houden om ons naar het station te brengen. Het risico dat deze riksja ook niet helemaal willekeurig is nemen we voor twintig roepie voor lief.


              Opnieuw belanden we bij een toeristenbureau. Jorrin en ik krijgen het er in eerste instantie maar warm van. Intuïtief voelt dit echter, voor ons allebei, stukken beter. Samen met hen bekijken we de beschikbaarheid van de treinen en zien dat deze voorlopig vol zitten. Dat zou betekenen dat we niet weg kunnen uit deze nare stad. Ook zij kunnen ons een tour aanbieden. We blijven achterdochtig en we willen overleggen. De man begrijpt onze achterdocht en geeft ons de tijd, ruimte en stelt zijn computer beschikbaar zodat we dingen op kunnen zoeken over hun organisatie. Daarbij kunnen ze een certificaat laten zien dat ze zijn aangesloten bij de toeristenbond en spreken we een koppel dat op dit moment met hen onderweg is. Tot dusver, zijn zij tevreden. Mensen vertrouwen in India is moeilijk, toch zal het een keer moeten en we besluiten met hen in zee te gaan. En diezelfde dag belanden we in een heel mooi hotel in Pushkar met onze privechauffeur. Als de reis zich zo voortzet, komt het toch nog helemaal goed met India!


              Gelukkig blijkt niet heel India zoals Delhi en reizen we nu door vele mooie plekken waar we ons wel fijn voelen. We verbazen ons en lachen om de dingen die we onderweg tegenkomen.  De koeien, honden en apen liggen naast elkaar op de weg. Ik geniet van het feit dat ik in een land ben waar mensen er niet van op kijken als er een olifant door de straten dendert en de snelweg geveegd wordt door zeven vrouwen met een bundeltje stro in hun handen. In Jodhpur genieten we van de ondergaande zon, die de huizen nog blauwer laat lijken dan dat ze al zijn. En we begrijpen steeds beter waarom deze stad “The blue city” wordt genoemd. We zijn in India! Het land waar je snoepjes krijgt wanneer ze niet genoeg wisselgeld in de kas hebben, het land waar lokale mensen met je op de foto willen omdat je blank bent en het land waarin een kameel als transportmiddel geen uitzondering is. Uiteindelijk vinden wij onze weg in India wel. Behalve in Jodhpur, het is heel gemakkelijk om daar in alle smalle straatjes te verdwalen. Vooral in het donker als je letterlijk 20 meter bij je hotel vandaan uit een restaurantje stapt, oeps!


            

We made it!

Vandaag is het laatste dagje bij Sunrise en hebben we nog een laatste verrassing voor de kinderen. De fotoalbums en memorybooks! Terwijl Jorrin aan de kinderen uitlegt wat het precies inhoudt beginnen hun ogen al een beetje te glunderen en ze kunnen bijna niet wachten om hun eigen fotoalbum te zien. Al snel gaan we aan de slag met de voorpagina voor de memorybooks. De kinderen krijgen allemaal een foto van zichzelf en mogen de eerste pagina versieren zoals zij zelf willen. We kleuren, knippen en glitteren totdat we helemaal onder zitten. Het moment van opruimen stellen we zo lang mogelijk uit, want we voelen dat het afscheid steeds dichterbij komt. Pas als het pikkedonker is proberen we alle knutselspulletjes bij elkaar te rapen en gaan we naar boven. De kinderen staan allemaal in een rij van jong naar oud. Een voor een geven ze ons een Tika en groeten ons: Namasté. Nog één keer iedereen in de ogen kijken voordat we ze echt die laatste knuffel geven. De kinderen willen ons niet loslaten, ze houden ons vast, proberen ons op te sluiten en doen alles om ons nog heel even daar te houden. We weten dat we weg moeten lopen, we stappen het hek uit en de kinderen staan te zwaaien totdat we ze niet meer kunnen zien. We lopen steeds verder weg van Sunrise, op naar het nieuwe avontuur…


We zitten in Pokhara in een lokaal restaurantje. Naast ons komt een man zitten. Lange grijze haren, zijn baard met een elastiekje in een knotje, zijn bril hangt met een touwtje aan zijn oren en ik gok dat hij ongeveer zestig jaar oud is. Hij komt uit Frankrijk, Laos en Japan maar is perongeluk geboren in Canada. En wij? Wij mogen dan wel zeggen dat we uit Nederland komen, maar een ding weet hij zeker. We komen niet uit Madurodam want daar zijn we veel te groot voor! Na een gezellig en zeer bijzonder eerste diner in Pokhara keren we terug naar ons hostel. ’s Ochtends vertelt Jorrin me dat hij vannacht iemand een kraai na hoorde doen. Natuurlijk blijkt deze beste man uit het restaurant onze buurman te zijn voor die komende week. En net zo logisch is dat hij die nacht met een kraai is getrouwd. De kraai in hem is getrouwd met de kraai in de kraai. Dat klinkt ons ook zeer aannemelijk in de oren. Gelukkig belooft hij vannacht wel wat zachter te zijn als hij zijn kraaienvrouw gaat roepen.


Nog steeds is er nauwelijks verkeer op de weg want er is een landelijke staking vanwege de opkomende verkiezingen. Nog nooit hebben we de straten in Nepal zo leeg gezien, er rijden geen bussen en nauwelijks taxi’s. Dat is ineens een ander straatbeeld dan het continue getoeter en gebrom van motoren. Dit is tevens een mooie gelegenheid om zelf een scootertje te huren! Binnen deze verkeersomstandigheden durven we dat wel aan. We rijden een stukje de bergen in en genieten van de uitzichten van de besneeuwde bergtoppen van de Himalaya. Wanneer het begint te schemeren zoeken we onze weg terug naar het hostel. Legermannen en koeien blijken goede herkenningspunten te zijn met de staking. Ze zijn de hele dag opdezelfde plek te vinden!


Waarom wilden we dit ook al weer? Jorrin en ik proberen elkaar bijna de schuld te geven van dit ‘geweldige’ idee. Nadat we allebei na de eerste tien minuten al natte voeten hadden door een slippertje bij het eerste de beste riviertje besloten toch maar even te gaan zitten voor een lunch. Daar komen we een Duitse man tegen die ons vertelt dat er 10.000 (!) treden op ons liggen te wachten vandaag. We klimmen steile stukken berg op en bedenken dat de man misschien geen treden maar stappen bedoelde. We zijn nu al kapot en kunnen ons niet voorstellen dat er op een route voor één dag ook nog 10.000 traptreden bij kunnen. Toch beginnen we niet veel later aan de eerste treden van de grootste trap die ik ooit heb beklommen. Een behoorlijk aantal traptreden verder komen we een vrouw tegen: “I can’t believe that you chose this road”. We bedanken haar vriendelijk voor haar motiverende opmerking en klimmen door. We houden ons er aan vast dat we er bijna zijn, het zou volgens de kaart nog ongeveer een kwartiertje moeten zijn. Helaas vertelt een gids van twee andere meiden ons dat we toch nog wel kunnen rekenen op anderhalf uur klimmen naar het eerst volgende dorpje. Deze gids sprak wel de waarheid! Ongeveer anderhalf uur later ploffen we bibberend van de kou in ons hotelkamertje neer. Het enige wat ons scheidt met de buitenlucht is een plafond van golfplaat en een houten deur met kieren waarachter een ‘badkamer’ in de buitenlucht schuilgaat. Maar we geven er niks om, we zijn er! We made it!


Waaa, spierpijndag!!!!! Gisteren zijn we om vijf uur ’s ochtends naar het hoogste punt geklommen, Poon Hill. En vanaf daar de hele weg van de afgelopen twee dagen in een dag terug gelopen. We strompelen rond door Pokhara en worden door verschillende locals uitgelachen. Helaas kunnen we ze geen ongelijk geven want we zien eruit als twee manke pinguins. We proberen een trapje op te klimmen om bij een derde boekingsbureau binnen te stappen. Drie maal scheepsrecht hopen we! De vorige twee bureaus namen namelijk geen boekingen aan in verband met de staking. We hopen vurig dat we niet al te lang vastzitten in Pokhara, want we krijgen langzamerhand wel zin in het volgende avontuur: India! Gelukkig, deze man neemt wel boekingen aan. Een klein probleempje! De treinen zitten vol tot en met 25 november én er is een wachtlijst. Dat hadden we niet helemaal voorzien. Gelukkig biedt hij ons vrij snel een alternatief om toch maar per vliegtuig naar Delhi te gaan. We vliegen via Kathmandu dus we besluiten al snel om nog een dagje terug te gaan naar onze Nepali papa en mama! En daar zijn we nu, het laaste dagje in Nepal: Home sweet home.


Less is more

Een baksteen zoeken, hmm… Ik loop over het veld, door het iets te lange gras. Snoeppapier, plastic bekers, een schoen? Ik zoek door naar stenen om het veld met touwen af te kunnen leggen. Honderden papiertjes, tientallen schoenen en een toren plastic bekers later ben ik geslaagd voor vier mooie bakstenen. We raken steeds meer gewend aan het ‘meer met minder doen’. Wie heeft er pionnen nodig als je ook flessen water kan vullen? Het is 11:00 en we zitten klaar, laat de activiteitenweek maar beginnen! Één klein probleempje: er zijn nog geen kinderen. We wachten, sturen wat buurtkinderen weg die onze materialen wel erg interessant vinden en staan op het punt om de organisatie te bellen wanneer de eerste kinderen aan komen lopen. Precies op tijd volgens de Nepali time en ietwat te laat volgens onze Nederlandse stiptheid! Hoewel je misschien zou denken dat ik het Brabants kwartierke (of Robs half uurke) wel gewend zou zijn. Anyhow, we kunnen van start! En waar de eerste dag een beetje moeizaam verloopt, gaat het iedere dag een beetje beter. En na een week scheidsen ze zelfs elkaars wedstrijden en kunnen wij gewoon lekker mee voetballen!


Helaas hebben we deze week ook wat minder leuk nieuws te horen gekregen. Het huis waar de kinderen van Sunrise in wonen is verkocht. Dit betekent dat ze binnen nu en twee maanden zullen moeten verhuizen naar een ander pand. Ze wonen pas 7 maanden in dit huidige huis, en ondanks dat dit huis gebreken heeft (vocht en schimmel in de muren waardoor enkele kinderen consequent met een infectie rondlopen), heeft het wel een plek waar ze buiten kunnen spelen en is dit huis vele malen beter dan het huis waarin ze hiervoor zaten. De middelen van Sunrise en het aanbod van woningen in deze wijk zijn zeer beperkt en het is nu nog een grote vraag waar deze kinderen terecht zullen komen.


Binnenkort zijn hier de verkiezingen, en dat is hier een behoorlijke happening. Er is ons verteld dat we beter maar uit de buurt kunnen blijven van de protesten, met name van een specifieke partij. Zij zouden namelijk niet bepaald vriendjes zijn met het Nepalese leger. Zo gezegd, zo gedaan en we vertrekken naar Pashupatinath. Dit is een crematieplek waar 7 dagen per week, 24 uur per dag, lijken openlijk aan de rivier worden gewassen en verbrand om vervolgens in de rivier geschoven te worden. Echter in plaats van een plek vol met rouwende familieleden treffen we een ware toeristentrekpleister aan. De familie is aanwezig, maar men lijkt er vrede mee te hebben en huilt niet. Nadat we het eerste lijk in het vuur zagen liggen, horen we muziek en geschreeuw. Nog lichtelijk in de veronderstelling dat dit een deel is van een bepaald ritueel vragen we onze gids wat het betekent. Het blijkt een protest te zijn en we nemen dus de andere brug naar de overkant van de rivier en vermijden zodoende het derde protest dat we tegenkomen. Niet veel later ontkomen we er echter niet aan om voorbij het protest te moeten lopen. En precies op dat moment dat wij er midden in staan komt de groep in beweging en lopen we plotsteling in een protest mee. Oeps, dat valt niet helemaal in de categorie ‘uit de buurt blijven’.


Op onze vrije zaterdag hebben we zin om een dagje te gaan zwemmen. We stappen op de lokale bus en komen wonder boven wonder op de goede locatie uit. We staan voor het zwembad: vanwege feestdagen gesloten! Ellen en Sebas hebben hun zinnen echter gezet op zwemmen, dus we gaan ook zwemmen! We zoeken een nieuw zwembad uit, maar ook deze is gesloten vanwege het festival dat over een week start, logisch toch? Toch plonzen we niet veel later in een zwembad. Het zwembad van een 5-sterren hotel waar we met het noemen van een willekeurig kamernummer zelfs een handdoek te leen krijgen!


We lopen richting Sunrise en wanneer de kinderen ons zien beginnen ze te lachen, rennen en te schreeuwen. Ze krijgen door de drukte van hun blijheid het hek nauwelijks open. Ze weten namelijk maar al te goed dat we komen om de toylibrary voor het eerst openen. We roepen iedereen bij elkaar en leggen de kinderen het idee van de speelgoedbibliotheek uit. Ze zitten op de grond en luisteren muisstil. Een voor een mogen de kinderen in de kast komen kijken wat ze die week willen lenen. Brengen ze het volgende week onbeschadigd en op tijd terug, dan mogen ze iets nieuws uit kiezen. De kinderen wachten netjes op hun beurt, zijn blij voor elkaar en ze zijn heel dankbaar. Direct na de opening speelt iedereen met het uitgekozen speelgoed en ontdekken ze wat het allemaal is. Want zoveel materialen én dat ook nog voor hunzelf, dat zijn ze nog niet helemaal gewend.


Tot slot wil ik alle sponsoren héél erg bedanken. We hebben nog niet al het geld besteed en we hebben er nu al onwijs veel van kunnen doen! Voor de memorybooks hebben we voor ieder kind twee mapjes aan kunnen schaffen (een voor foto’s en een voor opdrachten/knutselwerkjes) en veel verschillende materialen zoals papier, stiften, scharen, pennen, plakbandrollen, glitterstiften, een perforator en nog een aantal dingen. In het totaal hebben we hier 50 euro aan besteed. Voor de toylibrary hebben we voor 70 euro aan speelgoed gekocht. En daar kan je hier heel erg veel voor krijgen! We hebben bijna 60 items, van poppen en puzzels tot boeken, ballen en raceauto’s tot twister, monopoly, scrabble en andere bordspellen. Om beide projecten duurzaam te kunnen draaien hebben we besloten ook een kast aan te schaffen, deze was helaas voor Nepalese begrippen wat aan de dure kant (bijna 145 euro). Toch vonden we een goede kast essentieel om deze projecten netjes op te kunnen zetten en werkbaar te maken en te houden. Tot slot hebben we 18 euro besteed aan materialen voor de activiteitenweek, touwen, drinkwater, emmers, waterbalonnen etc. Er zal nog wat geld op gaan aan printkosten voor de memorybooks. Alles wat dan nog over is zullen we stoppen in een structureel sponsporprogramma voor Sunrise, aangezien zij structureel gebrek aan middelen hebben. Nogmaals alle sponsoren, ontzettend bedankt!! De manager, de organisatie waarvoor we hier werken (VSN) en de kinderen laten hun dankbaarheid voor deze projecten ook heel erg merken. En dat is mede mogelijk gemaakt door jullie!

It\'s festival time!

Vandaag gaan we weer gaan schilderen, onze mama wil ons alleen niet laten gaan vanwege het Dashain festival. “You back with lunch?” en pas als we dat beloven mogen we eventjes naar het schooltje gaan. Echter niet veel later belt Bishal om te melden dat het schilderen voor de tweede keer niet door gaat. Dit keer hadden we het wél aan voelen komen: Festival is heilig!


Het dorp staat vol met geitjes die klaar staan om geslacht te worden voor het festival. Ze worden aan de rand van de weg geslacht en gevild. Waardoor ik ook al een aantal van mijn vriendjes zonder hoofd of velletje heb gezien. ‘Gelukkig’ heb ik nogal last van mijn buik en kom ik daardoor gemakkelijk onder het eten van vlees uit. En nog een geluk: Onze gastfamilie doet niet aan dierenoffers. Zij offeren fruit, kokosnoot en bloemen in combinatie met wierrook en het geluid van een bel. Zij offeren dit bij hun vervoersmiddelen om hen veilig te houden. Opgelucht kijk ik om me heen, dankbaar dat we deel uit mogen maken van dit ritueel en niet van een rituele slachting om de geitjes vervolgens tot ingewanden aan toe op te peuzelen.


Het eten is klaar, de drie broers zitten op volgorde van leeftijd op de grond in kleermakerszit en offeren van alles wat ze eten iets. Vervolgens druppelen zij er wat van hun cocktail, whiskey en water overheen. En wanneer de mannen beginnen met eten mag de rest ook starten. Nog ietwat stuntelend proberen Jorrin en ik het eten, van de grond geserveerd op grote bananenbladeren, met onze handen te eten. Al snel kan de familie het niet aan zien en krijgen we een lepel toegeworpen. Nadat iedereen luidsmakkend (cultuurverschilletje) zijn maaltijd achter de kiezen heeft krijgen we nog een rood met wit lintje om onze hals gehangen. Dat is om geesten te verjagen: die zijn er volgens Bharat veel in Kathmandu!


We komen aan bij het grote huis waar de Tika’s gezet worden van oud naar jong. De jongste krijgt uiteindelijk de grootste Tika én het meeste geld want bij elk stukje Tika krijg je ook wat geld toegestopt en een soort strosprietjes voor in je haar. Het ontbijt is klaar, maar ik krijg niet zo veel weg, daar blijken meer mensen last van te hebben! Ik ben niet de enige met buikpijn: het komt door de ‘bitten rice’ (hét festivaleten: een soort havermoutvlokken gemaakt van rijst). Deze vlokken zetten uit in je maag als je niet genoeg whiskey drinkt. Vandaar dat iedereen zo lekker door dronk en ik al drie nachten wakker liggen van buikkrampen! En nadat ik ben uitgelachen: “How many times toilet!?” ben ik stiekem toch blij dat ik nu de oorzaak ken. “No more bitten rice for me!”.


Brrr, koud!! Het regent nu al een paar dagen en het is behoorlijk koud. Ons douchewater wordt verwarmd door de zon. Dus als de zon schijnt en het warm is hebben we warm water en wanneer het koud is hebben we ook een koude douche. Een topsysteem! Waar is mijn lekkere douche uit Grannies Villa!? Gelukkig is dit weer wel wat fijner om te werken dan in de volle zon. Jorrin en ik zitten dan ook klaar om te gaan schilderen, het is de laatste dag en er moet nog veel gebeuren! We betwijfelen of we het allemaal wel af gaan krijgen. Dit vertrouwen wordt niet groter wanneer het busje ruim 1.5 uur te laat komt en we pas na de middag kunnen beginnen. Terwijl ik het cement van de kozijnen schraap zijn ze beneden al enkele kozijnen aan het schilderen. Lekker muziekje aan van Mumford and Sons, terwijl mijn gedachten afdwalen naar de laatste vrijdagavond met Thijs voor vertrek, luisterend naar Reminder bij Clash of the Bands. Uit deze gedachte word ik gehaald door een Nepalees mannetje die komt kijken wat ik aan het doen ben. Hij volgt me op de voet, staart me aan en kletst in een onverstaanbaar taaltje lange verhalen. En door in mijn beste Nepalees één woord terug te zeggen geef ik hem blijkbaar genoeg aanleiding om zijn verhaal nogmaals uit te breiden. Oke, dan…. Ik ga wel buiten verder werken. Dat werkte voor enkele seconden want zijn hoofd steekt al snel door het raam naar buiten om weer verder met mij mee te kijken. Niet meer helemaal op mijn gemak besluit ik Jorrin maar even in te lichten: Jooooorrr!? Hoever zijn jullie?

Memories to be made

We vragen aan onze Nepalese mama of ze mee wil gaan winkelen om een traditionele jurk te kopen voor het Dashain festival dat zaterdag begint. We mogen namelijk met het gastgezin mee om het festival van heel dichtbij mee te maken. Ze wil graag met ons winkelen maar ze zegt dat we eigenlijk al te laat zijn om er een te laten maken. En gezien mijn lengte zal een kant en klare jurk niet snel passen. Ze neemt me mee naar haar kamer om sari’s van haar aan te passen. Het past! Ze kleedt me helemaal aan voor het festival inclusief sierraden en Tikka (stip op voorhoofd, staat voor bescherming, geluk en gezondheid). Ik mag de sari lenen, dus ik ben klaar voor het festival!


Na de lunch zijn we helemaal gebroken. We hebben de hele ochtend met de kids gevoetbald in de volle zon, en we hebben vannacht na een kakkerlakkenjacht ook niet zo heel veel geslapen. “Gaan we nog naar Sunrise?”, “Oke, heel even dan!” Want het is de laatste dag van Sebas bij Sunrise. Dan gaan we daarna gewoon aan andere dingen op de computer werken. We blijven echter de hele middag hangen. Terwijl onze ‘mama’ zich ondertussen zorgen maakt omdat we nog niet thuis zijn. De kinderen zijn zo leuk, we hebben onwijs veel spelletjes gespeeld en bijna iedereen deed mee. De kinderen spelen zo leuk samen, wachten netjes op hun beurt en over het algemeen luisteren ze ook erg goed naar de oudere kinderen die steeds weer een nieuw spel uitleggen. Rond etenstijd lopen we blij en vol adrenaline terug naar huis, waar we op het dakterras met prachtig uitzicht bijkomen van een geweldige middag.


“Pugyo, malaai pugyo!” (Genoeg, Ik heb genoeg gehad), zeg ik nu bijna wanhopig wanneer onze Nepalese mama nog meer eten op mijn bord wil scheppen. “No, no, no pugyo, rice is good health” zegt ze. Dus daar ligt weer een schep rijst op mijn bord nadat ik als ontbijt al een vol bord noodles, rijst met linzen, yoghurt, fruit en eieren op had. Ze is heel erg bezorgd dat we af zullen vallen en dat onze Nederlandse mama dan denkt dat ze niet goed voor ons heeft gezorgd. En omdat Sebas drie keer heeft gekucht waar ze bij is en af en toe zijn neus snuit krijgt hij geen yoghurt, want dat is niet goed als je ziek bent! Daarnaast krijgt hij van haar “Nepali medicine”, hele sterke zoute gemberthee, jammie!


Daarna gaan we naar het weeshuis waar we macaronikettingen maken met de kinderen. Het is voor sommige kinderen nog even wennen om de (ongekookte!) pasta niet op te eten, maar uiteindellijk begrijpt iedereen de bedoeling. En na ruim twee uur knutselen zit iedereen, inclusief wijzelf, onder de pastakruimels en inkt. We lopen naar boven om onze plannen van de memorybooks en de toylibrary met Kalpana te bespreken. Ze reageert enthousiast op onze ideeën en vindt het erg leuk als we deze uit willen voeren, toch is ze tegelijkertijd ook nog wat terughoudend. Ze is namelijk recent door een organisatie, wegens gebrek aan voldoende sponsoren, in financiën gekort waardoor ze voor de basisbehoeften al geld te kort heeft. Ze vraagt ons of we ons donatiegeld niet daar aan willen besteden. Hoewel we natuurlijk begrijpen dat deze basisbehoeften erg belangrijk zijn, zijn wij hier weer wat terughoudend in. Ik kan haar met mijn sponsorgeld ongeveer anderhalve maand uit de brand helpen en vervolgens heeft ze weer hetzelfde probleem. We besluiten na te denken over een meer structurele oplossing voor het geld tekort en wederom denken Jorrin en ik vrijwel op hetzelfde moment aan het “sponsor a child program”. Er komt nu dus een vijfde projectje bij! We gaan dus proberen het ‘sponsor a child program’ op te zetten. Hiervoor hebben we al contact gehad met de Nederlandse sponsororganisatie en ook zij zien gelukkig potentie in het idee. We gaan twee activiteitenweken organiseren (het is hier festival, en de kinderen hebben een lange schoolvakantie), een schooltje schilderen en tot slot gaan we de memorybooks en de toylibrary proberen te implementeren. Voor de toylibrary en de memorybooks zijn we vandaag naar de lokale winkels geweest. En na ruim een uur onderhandelen en het bij elkaar zoeken van materialen, wat nog niet gemakkelijk is bij deze lokale winkeltjes, zijn we voor de memorybooks al bijna helemaal compleet. Voor de toylibrary zijn we in een zeer krappe speelgoedwinkel geweest waar we tevens geslaagd, met drie volle tassen,zijn weggegaan. Het begin is gemaakt!